Nabeschouwing

De zoon van Gerard Reeskamp, Cor Reeskamp, beschrijft zijn vader op basis van de vele gesprekken die hij in de 70er jaren met verzetsstrijders heeft gehouden, als:

"een man met een grote fantasie, koelbloedig, iemand waar zijn mensen volledig op konden rekenen bij het veelal levensgevaarlijke werk dat gebeuren moest. De man die vanaf mei 1940 illegaal werkzaam was; in november 1940 al moest onderduiken, in november 1942 werd gepakt, op haast onnavolgbare wijze ontsnapte (eind december 1942) en weer naar Friesland ging om dat te doen wat hij als vurig oranje-aanhanger in zijn vaderlandsliefde als zijn belangrijkste opdracht beschouwde: niet te rusten voor de bezetter verdreven was."

Zijn verzetswerk dwong hem dus al vlug zijn gezin in Naarden en een goedlopende drogisterij te verlaten. Hij was 40 toen de Duitsers Nederland bezetten en 70 toen hij stierf. Dr. Lou de Jong noemt hem (in een vertrouwelijke brief aan Wybenga) één van de eerste en belangrijke verzetsstrijders van Nederland.


Sikke de Jong, die hem vanaf 1940 heeft meegemaakt, zegt dat geen ander zoveel voor de illegaliteit in Friesland heeft gedaan als Reeskamp. Dr. Y.N. Ypma zegt in zijn “Friesland A.D. 1940-1945” dat Reeskamp en Dobbe de gedachte van het verzet in Friesland hebben gedragen.


Ook zijn vrouw had het heel moeilijk in de oorlog. Tijdens de verzetsactiviteiten van Reeskamp vielen de inkomsten weg. De jongste kinderen moesten elders ondergebracht worden toen zijn vrouw en drie oudste kinderen gedurende enige maanden gegijzeld werden om Reeskamp in handen te krijgen. Daarna heeft zijn vrouw twee joodse kinderen voor het laatste deel van de oorlog opgenomen.


Leek na de bevrijding een normaler leven weer opgepakt te kunnen worden de niet te begrijpen veroordeling van Reeskamp wierp het gezin opnieuw terug in moeilijke omstandigheden. De Yad Vashem-onderscheiding die moeder kreeg vormde later een lichtpunt. De scheiding van de ouders die na zijn in vrijheid stelling volgde, deed verder afbreuk aan het vroeger zo hechte gezin.

De zorg om de tijdens de bezetting ondergedoken twee oudste zonen die opgepakt en naar Duitsland getransporteerd werden en het sneuvelen in Nederlands-Indië van één van hen (Lukas) hadden hun schaduw vooruit geworpen.