Opbouw in Friesland
Al in november 1940 werd de jacht op Reeskamp zo bedreigend dat hij uitweek naar Friesland. Daar hielp de burgemeester van Wymbritseradeel van Haersma Buma hem met het vinden van onderduikadressen. Uiteindelijk kwam hij terecht bij Jaap Hilverda en Sikke de Jong.
Hij begon weer medestanders te zoeken en verzetscellen te stichten in het noorden en het oosten van het land. Hij zocht hierbij de hulp vooral van gereformeerde predikanten (o.a. ds. Ringnalda en ds. Voerman) en van veearts Rijpkema.
In Scharnegoutum richtte hij een van de eerste K.P.’s op. Hij was volgens Hessel Bouma de onbetwiste leider. Bij grotere acties in andere regio’s, zoals in Leeuwarden en Sneek, werd vaak zijn hulp ingeroepen.
Hij vond de volgende perioden een schuilplaats bij boer Jelle Bouma te Scharnegoutum. Met zijn verzetsactiviteiten kreeg hij verschillende doodvonnissen bij verstek op zijn naam. Een beloning van 10.000 gulden werd toegezegd aan de persoon wiens tip tot aanhouding zou leiden.
Eind 1944 werd hij D.O.L. (districts operatie leider) van Z.W. Friesland, district 5. Na de bevrijding werd hij luitenant en volgde hij een officiersopleiding in Haren. De periode daarna zou voor hem bitter zijn.